Ingezonden door: Joël van Gent
Sedert enkele weken -of maanden, tijdens een nachtmerrie verlies je altijd besef van tijd- wordt de uitdrukking ‘ben je man of ben je muis?’ gehanteerd in bepaalde regionen van onze mooie vereniging. Deze retorische vraag wordt gesteld op het moment dat een lid op het punt staat een keuze te maken of deze heeft gemaakt. Hoewel deze vraag op een tegeltje in een keet niet zou misstaan, is hij toch vrij slinks. Waarom? Degene die de vraag stelt, legt de persoon in kwestie zijn norm op. Dat is dan bijvoorbeeld: als je om 1 uur naar huis gaat, ben je geen echte man, maar heb je verschijnselen van het gedrag van een muis. Als dat concreet zo zou worden gezegd, zou de bevraagde hierop kunnen reageren, en in discussie gaan: het feest van de retoriek. Maar nee, met (waarschijnlijk het enige stukje) retorica die de vraagsteller in huis heeft, heeft hij dat voorkomen. De bevraagde is enkel blootgesteld aan groepsdruk, en de druk van in een ‘normaal’ plaatje passen. En afwijken van de norm is iets wat velen van ons van nature niet willen, we hebben behoefte aan verwantschap. Daarom roept de vraag: ‘ben je man of muis’ wrijving op. Ik wil deze keuze maken, maar je vraag geeft mij het gevoel gek te zijn, of laf.
Al is het rationeel gezien volkomen duidelijk dat je juist sterk, mannelijk bent op het moment dat je handelt naar je eigen voorkeur, in plaats van naar de voorkeur van een ander.
Iedereen mag uiteraard zeggen wat hij of zij wil, en dus ook vragen: ‘ben je man of muis?’ Ik hoop alleen dat we in een vereniging waarin we worden gevormd, en (hopelijk) leren stevig in de schoenen te staan, bewust zijn van hoe we beïnvloeden of beïnvloed worden. Dat ligt al in een piepkleine vraag.