Ingezonden door: Myrthe Laan
‘1 op de 7 Windesheim studenten kampt met ernstige angst- en depressie klachten’. En ik ben daar een van. ‘Gegeneraliseerd angstsyndroom’, zo luidde de titel van de online-module die ik toegereikt kreeg van de praktijk ondersteunende huisarts. Afgelopen juli begon het, ik zat op mijn kamer een sigaret te roken en opeens voelde ik steken bij mijn hart. Ik kreeg een enorme paniekaanval en er volgde een bezoekje bij de huisarts. Niks te zien of te horen aan mijn hart, maar mijn hoofd dacht daar anders over. Een steeds voortdurend mantra van het gevoel dat ik ieder moment dood zou gaan galmde in mijn hoofd. Ik stond er mee op en ging ermee naar bed. Elke dag weer. Terwijl de KMT begon en we in het Wezenlandenpark barbecueën was ik ervan overtuigd dat ik de avond niet meer af zou maken. Telkens was ik aan het uitrekenen hoelang een ambulance erover zou doen om naar mij toe te komen. Was het minder dat zes minuten? Dan was ik veilig, soort van. Meer? Dan sloeg de paniek toe. Al mijn dagen zaten vol paniekaanvallen. Het vertrouwen in mijn eigen lichaam helemaal kwijt. Liet ik dit merken? Nee, zeker niet! Ik was op elk feestje, op elke kringavond, deed leuk mee met AA’s, was bij elke vergadering en… had altijd een lach op mijn gezicht. Als iemand aan mij vroeg hoe het met me ging, antwoordde ik met een grote glimlach dat het ontzettend goed ging, druk, maar goed. Alles om maar gewoon, normaal over te komen terwijl in mijn hoofd de mantra van ‘ik overleef de avond niet’ doorging.
Geloofde iedereen het? Nee, niet iedereen. Enkelen prikten erdoorheen. Dat zijn mijn absolute helden. De mensen die doorvragen, die naar me omzagen. De mensen bij wie ik even mocht laten zien hoe het nu echt met mij ging. Mede door die mensen ben ik er doorheen gekomen. Dankzij hun kan ik nu, na zo’n negen maanden met een oprechte lach antwoorden dat het goed met mij gaat, wanneer ze mij vragen hoe het met me is. Dankzij hun wist ik dat ik er ook met mijn kwetsbare kant mag zijn en dat ik niet altijd leuk en gezellig hoef te doen. 1 op de 7 Windesheim studenten, 1 op de 7 NSZ’ers? Dit onderzoek is geen ver-van-ons-bed-show. Dit is real life, hier, nu. Je kringhuisgenoot, je beste vriend misschien, dat leuke meisje/die leuke jongen met zijn/haar grote lach… Kijk niet altijd naar de buitenkant, want al is die nog zo vrolijk, druk en gezellig vanbinnen kan van alles aan de hand zijn. Wanneer je vraagt hoe het met iemand gaat neem dan de tijd om hiernaar te luisteren, toon interesse en vraag door. Want die mensen maken echt het verschil, dit zijn mijn absolute helden! Vraag jezelf dus af, wanneer je vraagt hoe het met iemand gaat: kan ik hiermee iemands absolute held zijn?